Een donatie bij afscheid
In 1975 begon een prachtig avontuur in Afrika voor de heer Joep Vossen. Hij had altijd al de ambitie om ontwikkelingswerk te doen en vertrok na zijn studie medicijnen naar Ethiopië om een praktische training voor tropenarts te volgen.
Samen met zijn hoogzwangere vrouw Jeanne en pas geboren zoon Dirk reisden ze naar het continent Afrika. Zijn vrouw kreeg echter complicaties gedurende haar zwangerschap en de hele familie ging terug naar Nederland voor de bevalling van dochter Marieke. Een half jaar later vertrok Joep naar Katsina, Noord Nigeria. Joep ging daar een klein ziekenhuis runnen en reisde vooruit om zich voor te bereiden op de komst van zijn gezin. Jeanne kwam enkele maanden later met de twee hele kleine kinderen.
Joep werkte in het ziekenhuis met lokaal personeel. De focus lag op de bestrijding en management van lepra. Naast de zorg voor lepra bood hij ook nog zorg aan andere patiënten. Het Ministerie van Volksgezondheid van Nigeria financierde het. De primaire taak van Joep was de ‘clinics’ waarbij hij in een gebied zo groot als de provincie Utrecht de zorg had voor leprapatiënten. Hij ging dan naar dorpjes toe in een grote Landrover en nam medicijnen en één of twee personeelsleden van het ziekenhuis mee. Op dorpspleinen zetten ze dan zogenaamde ‘pop-up clinics’ neer waar vervolgens een hele lange rij mensen gecheckt werd op lepra en eventueel behandeld.
Door het werk wat Joep deed, was hij soms zomaar een week van huis terwijl hij dacht 2 tot 3 dagen van huis te zijn. Dit waren soms angstige momenten voor mevrouw Vossen. In die tijd was er geen sprake van mobiele communicatie, dus het was altijd weer een opluchting als Joep weer heelhuids terugkwam van een ‘clinic’ missie.
Het was al met al niet altijd even makkelijk voor mevrouw Vossen om zich te settelen in Nigeria als enige blanke tussen de verschillende lokale stammen. Maar zoals Joep vertelde: Jeanne maakte altijd snel contact met mensen, ook al sprak ze slecht Engels, na een paar dagen zat het hele huis vol met mensen uit de buurt en kende ze iedereen. Het contact met het thuisfront verliep in die tijd door middel van briefverkeer en het uitwisselen van cassettebandjes. Ook was het er niet altijd even veilig in Nigeria. Gevaar op de weg en besmet raken met tropische ziekten lag ook altijd op de loer.
Desalniettemin ging de familie Vossen toch het Afrikaanse avontuur aan voor zo’n 4,5 jaar. Niets of niemand hield ze tegen. Joep ging zijn idealen achterna en Jeanne stond er volledig voor open. Ze steunde hem daarin volledig. Zij was verpleegster van beroep, maar in de periode in Afrika was ze toegewijd huisvouw en moeder. Zodoende kon Joep zich volledig focussen op wat hij het liefst deed: mensen helpen. Hij was erg begaan met de wereld en heeft zich in zijn leven kunnen inzetten voor de strijd tegen lepra in Afrika. Dat was voor hem de mooiste tijd uit z’n leven.
De familie Vossen keerde in 1980 terug naar Nederland vanwege de schoolgaande leeftijd van de kinderen. Joep is nooit meer teruggekeerd naar Nigeria, maar hij zat altijd vol verhalen over hetgeen hij had meegemaakt.
Zo vertelde hij bijvoorbeeld over corruptie waar hij mee te maken kreeg. Een groot deel van het ziekenhuis budget verdween namelijk in de zakken van de overheid en ook een pot medicijnen (antibiotica) tegen lepra werd afgeroomd door medewerkers van het ziekenhuis en vervolgens verhandeld. Joep had door wie de kwade geest hierachter was, namelijk de neef van de EMIR in Noord-West Nigeria en ging met hem de strijd aan.
Hij schreef een uitgebreide klachtenbrief over de corrupte situatie in zijn ziekenhuis en stuurde deze in veelvoud naar verschillende adressen van het Ministerie van Volksgezondheid. Hij stuurde zo veel kopieën dat ze tenminste niet konden zeggen dat ze de brief niet ontvangen hadden. Uiteindelijk kreeg de kwade geest zijn straf en werd verbannen naar het koude London in Engeland. Daar was Joep heel trots op. Het was een dappere actie dat hij zijn nek uitstak voor de leprapatiënt, ondanks dat hij zich waarschijnlijk toch wel van de gevaren bewust was.
Met Joep’s opvolger– een Nederlandse arts – liep het namelijk heel anders af. Deze persoon kreeg ook te maken met corruptie. Daarop besloot hij het geld voor het ziekenhuis in eigen beheer te houden. Op een dag haalde hij een bedrag van ter waarde van 50.000 gulden op bij bank en werd, zodra hij buitenkwam, doodgeschoten en verdween de buit.
Mensen helpen bleef de rode draad in het leven van Joep, want nadat het gezin terugkeerde uit Afrika heeft Joep als verpleeghuisarts in Venray gewerkt en daarna als sociaal geriater (arts gespecialiseerd in ouderen geneeskunde) bij het Riagg.
Afgelopen 9 april overleed Joep op 77-jarige leeftijd. Op 17 april was zijn uitvaart. En aangezien Dirk en Marieke wisten dat ze hem geen plezier zouden doen met veel bloemen, kozen ze ervoor om de aanwezigen te vragen om een donatie te doen aan de Leprastichting. Daar zou Joep blij mee zijn geweest. En wat een prachtig gebaar!