Ruim tien jaar ambassadeurschap
Ambassadeur Peter Euser steunt de Leprastichting al ruim tien jaar met fondsenwervende activiteiten waarbij jongeren en sport verbindende elementen zijn. Wie is de persoon achter dit trouwe ambassadeurschap?
Hoe ben je bij de Leprastichting gekomen?
“Vanuit mijn kerkelijk verleden had ik natuurlijk al gehoord over lepra; er staan genoeg verhalen over mensen met lepra in de bijbel. Dertig jaar geleden organiseerde ik bingoavonden en was de Leprastichting ons eerste goede doel. Ik was al jarenlang donateur toen ik in 2010 een oproep in de Klepper las. Er was behoefte aan ambassadeurs in de leeftijdscategorie 50+; een experiment van 2 tot 3 jaar waarbij je een bepaald bedrag moest realiseren. Dat ging mij goed af, want ik hou van organiseren.”
Wat vergeet je nooit meer?
“Ik ben diverse keren naar Vietnam en Indonesië geweest om leprapatiënten te ontmoeten. Je kunt ook met veel meer emotie voorlichten over lepra en leprabestrijding als je mee op reis bent geweest. De reis moest je overigens zelf financieren om de kosten zo laag mogelijk te houden. Die schrijnende ontmoetingen zal ik nooit vergeten. Tolken moesten huilen voordat ze de verhalen voor mij konden vertalen.”
Een vrouw in Vietnam die bang was om verstoten te worden
“Zo spraken we in Vietnam een vrouw die zelf verpleegkundige was en vermoedde dat ze lepra had. Uit angst om verstoten te worden, ging ze niet naar een arts maar ging zichzelf verzorgen. Toen ze er een bloedvergiftiging bij kreeg, stond ze opnieuw voor de keuze. Hulp vragen of er niet voor uitkomen en zelf blijven ‘dokteren’? Ze realiseerde zich dat ze het deze keer niet zou overleven en zocht toen wel hulp. Gelukkig maar, want anders had ze haar verhaal niet aan mij kunnen vertellen.”
Een man die zijn vrouw wegstuurde toen hij bij haar lepra had ontdekt
“Ik sprak ook een vrouw die aan 1 oog blind was en die vertelde dat ze zich op een dag niet lekker voelde. Ze ging naar de dokter en die constateerde lepra. Zij koos wel direct voor een behandeling en verliet regelmatig stiekem haar huis om naar het ziekenhuis te gaan voor haar medicijnen. Haar man werd achterdochtig en volgde haar een keer, en zag toen dat ze naar een lepraziekenhuis ging. Toen ze thuiskwam, is ze met veel geweld uit haar huis gezet en uit het dorp verstoten.
Hoe is het mogelijk? Je verwacht dan toch dat je partner je liefdevol opvangt en je steunt in het genezingsproces.”
De veerkracht van leprapatiënten is bewonderenswaardig; ze proberen, ondanks alles, het beste van hun leven te maken.
Je bent ook met jongeren op reis geweest. Hoe reageerden zij op leprapatiënten?
“Het had een enorme impact. Sowieso moest je geselecteerd worden mee te kunnen; je motivatie was belangrijk, je moest je eigen reiskosten betalen en ook activiteiten bedenken waarmee je geld voor de Leprastichting op kon halen. Je hebt dan al een gemotiveerde groep. Ze waren enorm geraakt door wat ze meemaakten en realiseerden zich toen hoe goed we het hier in Nederland hebben. In mijn voorlichting vertel ik ook over een meisje die drie dagen moest lopen voor de eerste medische post en dan nog de verkeerde medicijnen kreeg omdat deze hulpverlener niet goed bekend was met de ziekte lepra. De veerkracht van leprapatiënten is bewonderenswaardig; ze proberen, ondanks alles, het beste van hun leven te maken.”
Pesten en buitengesloten worden
“In coronatijd gaf ik voorbeelden uit het journaal over Zuid-Afrika, waar mensen door hun buren werden gemeden omdat ze corona hadden. Ik trek dan parallellen met leprapatiënten waarbij dit al veel langer speelt. Die worden niet alleen door hun buren gemeden maar uit hun hele dorp verstoten.
Ook het thema pesten kun je goed inzetten om de discriminerende gevolgen voor kinderen, waarvan de ouders lepra hebben gehad, uit te leggen. Misschien dat pesten en buitengesloten worden door Covid meer binnenkomt omdat ver weg nu heel dichtbij komt, maar dat kan ik niet met zekerheid zeggen.”
Leprapatiënten waren ontroerd toen ze van ons een knuffel kregen
“Bij de eerste ontmoeting gaf ik een patiënt direct een hand. Zover dat mogelijk was, want zijn hand was verminkt. Hij werd direct zeer emotioneel want het was heel bijzonder dat een buitenlander je spontaan en zonder angst aanraakt, terwijl je uit je eigen dorp bent verstoten uit angst voor besmetting. Ik vertelde dan tegen de leerlingen die mee op reis waren dat ze niet bang hoefden te zijn. Wij hebben zo’n hoge weerstand door onze goede voeding en hygiënische levensomstandigheden. Een aantal leerlingen durfden toen ook letterlijk contact te maken. De leprapatiënten waren enorm ontroerd toen ze van ons wel knuffels kregen.”
Je vrijwilligersactiviteiten hebben veel met sport en jongeren te maken
“Ik ben roostermaker en docent maar heb mijn hele leven al veel aan jeugdwerk gedaan. Ik vind het fijn om met kinderen te werken. Het Comenius college, waar ik werk, is een UNESCO-school. Dat betekent dat er aandacht wordt besteed aan de vier Unesco thema’s: Vrede en mensenrechten, intercultureel leren, duurzame ontwikkeling en wereldburgerschap. Dan ga je ook met goede doelen aan de slag. Mijn collega’s kwamen zelf naar mij toe om te vragen of wij de sponsorlopen en de Leprastichting konden opnemen als het goede doel van onze school. Ik hoefde dat niet eens zelf voor te stellen. Je ziet dan dat de betrokkenheid groot is.”
Vier vrijwilligers
“Ik steek mijn vrouw en kinderen aan met mijn enthousiaste verhalen. Zij geven mij de ruimte om dit fantastische werk te doen en helpen hier in Barendrecht ook met collecteren. Mijn ambassadeurschap is eigenlijk een team van vier vrijwilligers. Ik ben ook blij met de voetbalvereniging BVV Barendrecht, die mij al jarenlang met mijn kinderen laat collecteren bij de thuiswedstrijden van het eerste elftal. Dat levert elke keer een mooi bedrag op. De gunfactor speelt natuurlijk ook mee; het thuispubliek kent mij als clubscheidsrechter, soms als hun oud-docent en ondertussen ook als leprabestrijder. Zelf was ik net vaste scheidsrechter geworden voor de wedstrijden van het Burgemeesterselftal, totdat corona roet in het eten gooide. Ik hoop echt dat dit weer snel wordt opgestart. Ja, sport is een rode draad in mijn leven.”
Wat voor vaardigheden moet een ambassadeur volgens jou hebben?
Omdat ik de schrijnende omstandigheden van leprapatiënten met eigen ogen heb gezien, kan ik echt vertellen over mijn persoonlijke ervaringen en emoties. Leprapatiënten en hulpverleners ontmoeten, is belangrijk voor een ambassadeur.
Verhalen vertellen en het goed kunnen overbrengen is een belangrijke vaardigheid. Door mijn opleiding voor docent en didactische achtergrond heb ik dit gelukkig al meegekregen. Ik krijg vaak te horen dat het opvallend is dat ik vier klassen tegelijkertijd een uur lang muisstil krijg. En uiteraard moet je kunnen organiseren.”
Wat spreekt leerlingen en ouders aan?
“Concrete voorbeelden wat je met je donatie kunt doen. Dat je al met 50 euro handicaps bij iemand kunt voorkomen. Dat kunnen leerlingen zich niet voorstellen. Tijdens de laatste sponsorloop vroeg een leerling aan me “Meneer, ik vind het heel goed wat u doet. Hoeveel leprapatiënten hebben we nu gered?”.
In eerdere jaren hebben we geld opgehaald voor goed schoeisel om de wonden onder voeten beter te kunnen beschermen. Ik laat dan zo’n schoen en mal van een voet zien die ik uit Vietnam heb meegenomen om het sprekender te maken.”
Je bent al ruim een decennium ambassadeur, nog twee decennia en je kunt onze belofte ‘een wereld zonder lepra’ meemaken. Hoe kijk jij hiertegen aan?
“Allereerst is het natuurlijk geweldig dat we bewijs hebben dat preventieve antibiotica zoveel ellende kan voorkomen, maar ik realiseer me tegelijkertijd dat het nog een flinke klus zal zijn om voldoende financiële middelen te vinden om deze belofte waar te maken. Mensen hebben toch minder beeld bij leprabestrijding dan bijvoorbeeld het werk van KWF. Verder ben ik ook wel een beetje sceptisch over de eerlijkheid van lokale overheden. In sommige landen wordt best nog wel ontkend dat er lepra is, ook omdat het niet altijd direct zichtbaar is. We kunnen de effectiviteit gelukkig met cijfers onderbouwen maar hebben we alles in zicht of zien we alleen de top van de ijsberg?”