“Ik heb altijd al ontwikkelingshulp willen doen”
Sipke van Belle heeft voor de Leprastichting 3,5 jaar als arts in Nigeria gewerkt. Eind jaren zeventig was dat een heel avontuur voor een gezin met drie kleine kinderen.
“Ach, je bent jong en je doet wat. Met mijn vrouw en drie kleine kinderen vertrok ik naar Nigeria. We wisten niets van Nigeria. Een student geneeskunde, die een aantal maanden als co-assistent bij een lepra-arts in Nigeria had gewerkt, kwam een avond bij ons thuis om te vertellen hoe het er daar uit zag. En ik had wat cassettebandjes met een boekje ‘Teach yourself Hausa’. Afgezien van mijn opleiding voor huisarts, mijn ziekenhuiservaring in Zutphen en de gevolgde tropencursus in Amsterdam waren dat mijn voorbereidingen.”
Structurele zorg
“In die tijd was veel discussie over artsen die naar ontwikkelingslanden gingen. Zo van: ‘dat is een druppel op de gloeiende plaat’. Ik kan me daar nog steeds druk over maken. Ik wilde iets structureels doen in de gezondheidszorg. Dan kom je al snel bij lepra- en tuberculose bestrijding terecht. Ik heb een brief naar de Leprastichting gestuurd en zij wilden me wel uitsturen. Ik kon beginnen als tweede lepra-arts in Kano State in Nigeria.”
Ik wilde iets structureels doen in de gezondheidszorg.
Niet alleen cake thuis in de oven
Sipke van Belle was veelzijdig. Hij wisselde zijn ziekenhuisdienst af met bezoeken aan buitenklinieken en schoolde gezondheidsmedewerkers op in het herkennen van lepra. “Ook patiënten die geen lepra hadden, kregen lepramedicatie. Ik heb ook geleerd hoe ik onderbeenprotheses moest maken. Het thermoplastische materiaal voor de protheses verwarmde ik thuis in de oven. Daarna kranten er omheen en in model drukken. Daar kon de koker omheen. Onderin een stuk hout. Een boom bij mij huis had mooie, gladde ronde takken.”
Sipke is al jaren donateur. “Ontwikkelingslanden blijven mijn interesse houden. Ik steun meerdere doelen. Voor mij is het belangrijk dat een doel geloofsneutraal is en dat de mensen die het uitvoeren vasthoudend zijn.”