Barry Jager, relatiemanager
Van onschatbare waarde voor hulpverlening: deskundige en bevlogen medewerkers! Een gesprek met Barry Jager, relatiemanager bijzondere giften en nalatenschappen bij de Leprastichting.
Een persoonlijke band met donateurs opbouwen en onderhouden is enorm belangrijk om ons werk te kunnen doen.
Barry (43) getrouwd met Ellen en vader van Teun (6) en Soof (4) werkt sinds 2018 als relatiemanager bijzondere giften en nalatenschappen bij de Leprastichting. Een functie die goed aansluit op zijn wensen waaraan een volgende baan moest voldoen. Tijdens ons gesprek vertelt Barry waarom hij zijn functie zo interessant vindt.
Je bent vanuit de evenementensector naar fondsenwerving gegaan. Is dat niet een enorme stap?
‘Het is niet van de ene op de andere dag gegaan. Als je kijkt naar de verschillende banen die ik heb gehad, zie je dat ik altijd verantwoordelijk ben geweest voor relatiebeheer. Dat doe ik nu ook bij de Leprastichting, waar een goede band met onze donateurs enorm belangrijk is om ons werk te kunnen doen. Persoonlijk contact en hier ook de tijd voor nemen vind ik erg belangrijk.’
Voor je start bij de Leprastichting heb je een sabbatical genomen. Kun je hier iets over vertellen?
‘Mijn sabbatical was in de periode dat Teun nog heel erg klein was, wij net een nieuwbouwwoning hadden gekocht en Ellen bij haar toenmalige werkgever een mooie stap kon maken. Dat was voor mij het moment dat ik qua carrière een stap terug kon doen en extra tijd kon besteden aan klussen en het vaderschap. Achteraf heeft mij dit heel veel gebracht en mij doen beseffen wat voor mij belangrijk is. De kleine dingen die je in de hectiek van de dag vanzelfsprekend vindt, ga je meer waarderen. Ik had alle tijd voor mijn gezin en om te bedenken wat voor werk ik weer wilde gaan doen. Ik had voor mijzelf een lijstje gemaakt van dingen die ik graag terug wilde zien in een volgende baan.’
Wat vind je belangrijk in een baan?
‘Een baan waar ik mijn creativiteit in kwijt kan, waarin ik veel initiatieven kan nemen, waarbij ik resultaatgericht kan werken en met een team samen voor 1 doel gaan. De vacature bij de Leprastichting was voor een functie die nog helemaal opgezet moest worden. Daar kon en kan ik al mijn initiatieven in kwijt. Ik weet wat hard werken is vanuit vorige functies, maar ik heb in de afgelopen jaren wel eens tegen een collega gezegd dat ik nog nooit zo hard heb gewerkt. Dat valt me vooral op, de bevlogenheid en inzet die iedereen bij de Leprastichting toont. Dit kun je alleen doen als je gelooft in wat je doet en hier ook plezier en energie uit kunt halen.
Ook mij geeft het een goed gevoel als ik voor een ander iets kan betekenen; geven is toch vaak leuker dan ontvangen. Zo loop ik ook de jaarlijkse collecte voor het Rode Kruis. Als kind haalde ik al geld op voor het goede doel door een wandeltocht van 40 km uit te lopen. Vrijwilligerswerk is van ongelooflijk belang voor de samenleving. Als iedereen zijn steentje zou bijdragen, levert dat onderling een band op, maar het helpt allerlei mooie initiatieven ook een stap verder.’
Wist je al iets van lepra af?
‘Natuurlijk had ik me ingelezen voor mijn sollicitatiegesprek. Net als veel mensen was ik niet op de hoogte van het feit dat lepra nog steeds voorkomt en wat voor verschrikkelijke gevolgen deze ziekte kan hebben. Tijdens mijn verlof had ik het boek ‘Chief ouwe dibbes’ van verslaggever Jochem Davidse gelezen. Hij vergezelde journalist Sander de Kramer op zijn bizarre reizen en schreef daarover dit boek. Hierin las ik ook over lepra. De vacature bij de Leprastichting, die later op mijn pad kwam, maakte het plaatje rond. Bij de Leprastichting lees en hoor je zoveel schrijnende verhalen. Zo las ik vlak na mijn start een verhaal over een moeder die bij haar dochters werd weggehaald toen bij haar lepra werd geconstateerd. Ze moest naar het eiland Spinalonga voor de kust van Kreta; een eiland waar leprapatiënten naar werden verbannen uit angst voor besmetting. We hebben het dan gewoon over Europa. Het is dus nog niet zo lang geleden dat lepra ook nog hier voorkwam. In 1957 werd pas de laatste leprapatiënt van het eiland overgebracht naar een ziekenhuis op het vasteland en raakte het eiland onbewoond. Als toerist kun je deze voormalige kolonie nog steeds bezoeken zodat we maar niet vergeten hoe mensen gediscrimineerd en uitgesloten kunnen worden uit angst voor een ziekte.’
Wat houdt je functie van relatiemanager in?
‘Ik ben verantwoordelijk voor particuliere donateurs die meer dan gemiddeld geven en/of de Leprastichting willen opnemen in hun testament. Ik heb met deze groep veel persoonlijk contact; iets dat ik erg belangrijk vind. Dit persoonlijke contact gebeurt door middel van bijeenkomsten, het telefonisch bedanken voor een bijdrage, een handgeschreven kaartje en/of een huisbezoek. Daarnaast geef ik geheel vrijblijvend tips en adviezen hoe ze hun bezoek aan de notaris het beste kunnen voorbereiden. Er komt best veel kijken bij het opstellen van een testament. Ik merk dat het mensen ontzorgt als hun idealen een plek krijgen in een nalatenschap en dat het ook zo wordt geregeld als ze het zelf voor ogen hebben.’
Wat vind je soms lastig aan je baan?
‘Aan de ene kant heb ik persoonlijke contact met donateurs en aan de andere kant bekijk ik heel analytisch hoeveel een bepaalde actie oplevert in vergelijking met vorig jaar en/of er verbeterpunten zijn. Dit laatste kan commercieel overkomen, maar ik doe dit om een goede afweging te maken hoe we het donateursgeld het beste kunnen besteden en daarmee zo efficiënt mogelijk een wereld zonder lepra kunnen realiseren. De balans tussen het investeren in en het behouden van relaties aan de ene kant en het snel schakelen voor financiële resultaten kan soms een uitdaging zijn.’
Wat valt je op tijdens je gesprekken met donateurs?
‘Mensen zijn vaak al heel erg lang betrokken bij ons werk, dus we werken gelukkig met hele loyale donateurs. Vaak kennen zij lepra nog van vroeger, kunnen ze zich inleven wat een sociaal isolement met iemand doet en hebben ze vaak een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Wij hebben het hier in Nederland zo goed, waarom niet bijdragen om de wereld op een andere plek ook letterlijk beter te maken?’
Praten over nalaten lijkt me best moeilijk?
‘In het begin vond ik het inderdaad lastig om erover te praten, omdat het in mijn hoofd ging over de dood. En dat is natuurlijk ook zo, maar het gaat denk ik nog meer over leven en het laten voortleven van iemands idealen. Ik heb gemerkt dat het voor onze donateurs een hele mooie en fijne gedachte is als zij weten dat ze ook na hun dood bijdragen aan het einde van lepra.’
Ben je zelf ook al met je testament bezig?
‘Door mijn werk ben ik er wel meer mee bezig, maar ik heb nog geen testament. Uit onderzoek blijkt dat mensen gemiddeld vanaf hun 55e zich serieus gaan oriënteren op het laten opstellen van een testament. Dus ik heb nog even.’